Sint Nikolaas en Zwarte Piet zijn op weg naar een feestje in de voormalige Stoof in die oh zo gezellige winkelstraat de Reinkenstraat. Moeders en vaders met kinderen mogen allemaal mee naar binnen zo nodigt het frivool opgehangen spandoek uit. Sint en Piet zien cameraatjes en willen wel even aardig doen voor die meneer met dat cameraatje dus buigt hij voorover naar dat gespannen gezichtje van het jongetje in de buggy. Een daverend succes met de klemtoon op daverend is het resultaat.
Voor het jongetje is de lol er deze middag wel vanaf. ‘Wil meneer misschien een schuimpje proeven?’, vraagt mega zwarte pietenbaas. En op dat moment fietst toevallig een steenbeeldhouwer langs, terug uit een Taiwannees expatavontuur van meer dan een maand.
En komen daar niet de verdwaalde pieten aan? ‘Jongens kom er even bij’, roept de Sint. Op het moment dat het camerabeeld naar die lost Pieten zwaait komt het Taiwannees visitekaartje van Paul van Laere in beeld. Met het schuimpje nog in mijn hand, vraagt hij: ‘Laat eens zien? Dat schuimpje is nog vormgegeven door mijn vader …’. En weg is het schuimpje … Hoe bedoel je toevallig? Schreef ik nu toevallig …?