Marco van de Melodiefabriek, ook wel Recht voor zijn Raaphorst, weet mij altijd met zijn berichten te boeien. Ook nu weer komt hij met een stelling die ik meteen met hem eens ben. Kwalitatief geluid is niet afhankelijk van duurte.
Nakamichi cassetterecorders of draaitafels konden wij niet betalen. Wij bleven steken op JVC of Akai. Wij zijn van huis uit allemaal audiofiel van Lida’s kant. Want Pa Tuijn bouwde en ontwierp al stereoinstallaties met buizen toen er van stereo in Nederland nauwelijks sprake was. Hij boog zijn eigen aluminium frames waarin hij de onderdelen monteerde. Wikkelde zijn eigen spoelen als iets niet te krijgen was en fabriceerde zelfs Lesleyboxen. De speakers kocht hij bij de Ster in de Herderinnestraat gigantische diameters met vaak dubbele conussen voor extra hoog. Lesley geluidsboxen die met draaiende speakers het geluid de kamer in slingerden gaven mij de indruk dat het er waaide als het volume toenam.
Het wandmeubel in het ouderlijk huis in de Elandstraat werd van degelijk meubelplaat om de speakers heen gebouwd. Toen ik daar voor het eerst op visite kwam, zette hij het thema van de film Spartacus op. Het geluid wat hij toen liet horen was zo indrukwekkend en adembenemend dat ik er hartkloppingen van kreeg. Tot die tijd was ik thuis slechts het monogeluid van de radiodistributie gewend en de draaitafel die uit het meubel schoof als mijn vader er op de zondagmiddag klassieke platen op draaide. Dan mocht er niet gestampt worden, liepen wij op onze sokken door de huiskamer anders ‘sloeg de naald over’. Dat was in huize Tuijn wel even anders. Ik kon de muziek die ik mij tot op de dag van vandaag kan herinneren van de trommels die de slavenroeiers op de galeien van ritme moesten voorzien nauwelijks verwerken. Bassen moet je via het borstbeen voelen, was de gevleugelde uitdrukking en die hebben wij eigenlijk ook in volgende generaties overgenomen.
Maar in die beginperiode, kostte het geluid ons – de familie – dus bijna niets, tenminste alles tegen kostprijs van Stuut & Bruijn. Een kast om de versterker was niet nodig, als je maar van het frame afbleef als hij aanstond. De knoppen van de stereoversterker die wij voor ons huwelijk kregen, mochten wij zelf uitkiezen. Het geluid wat daar toen uitkwam hebben wij steeds proberen te evenaren als wij weer iets nieuws wilden aanschaffen. Maar het warme geluid dat een buizenversterker geeft, is toch moeilijk te vinden. Dan belandde je in de duurdere prijsklasse van zowel draaitafels, pickup-elementen, versterkers en niet te vergeten geluidskasten. Met de juiste combinatie en de afwezigheid van buren, kon je de bassen zodanig opvoeren (pump up the base) en via het borstbeen voelen terwijl het hoog in tact bleef.
Zie Melodiefabriek
Dit is op DenHaagOrg herblogd.
LikeLike
Merci Niek!
Ik gebruik nog buizenversterkers voor mijn gitaar. Geven het oude geluid. Heerlijk!
LikeLike