Sculpture en beeldhouwen hebben meer met elkaar gemeen dan je denkt. Dat ervaar ik tijdens de borrel van de Vrienden van Den Haag in Café Pavlov. Daar spreek ik steenbeeldhouwer Paul van Laere over zijn Verre-Oostenreis naar Taiwan. Hierover later meer.
Ik zie Paul en net als ik is hij verbaasd: “Hee Niek, ik zag je fiets niet staan”.
“Klopt!. Leuk man, dat je er bent; als onderwerp in het blad Ons Den Haag.” Daar is zo’n borrel natuurlijk ook voor bedoeld. De restaurateur van vele Haagse standbeelden begrijpt het effect van zijn aanwezigheid hier nu één van die projecten – het schoonmaken van de beeldengroep in Park Marlot – in de jongste uitgave (januari 2013) van Ons Den Haag staat. Het komt niet vaak voor dat een onderwerp van een artikel live in deze Vriendenkring gespot kan worden.
Paul stelt mij voor aan collega beeldhouwer Loek Bos. Ik ken hem wel van gezicht maar krijg nog een ander bekend signaal binnen: de geur van het mannenparfum Sculpture van Nikos. Ik houd wel van een spontaan grapje, kijk hem vragend aan en vraag na een (snif snif) snuifgebaar en hem de hand schud: “Sculpture?” … En met een meer dan verbaasde blik in zijn ogen antwoordt hij: “Dat klopt, hoe weet jij dat nou? Heb ik het zo zwaar opgedaan?” Uiteraard ontken ik dat, maar leg tevens uit dat het ook een van míjn lievelingsluchtjes is en moeilijk te verkrijgen, alleen via internet of op luchthavens. Maar vooral de naam Sculpture (standbeeld) is voor een beeldhouwer nogal frappant. Daar had hij nog niet over nagedacht.
Wie denkt dat het schoonmaken en restaureren van standbeelden het belangrijkste werk is van Paul van Laere, zit redelijk in de verkeerde hoek.
Voor de tweede keer (..) is Paul voor Nederland door Taiwan uitverkoren op het BenQ Sculpture (beeldhouw)symposium zijn door een jury verkozen schaalmodel Unfold op ware grootte te realiseren. Op uitnodiging van dat land verbleef hij er twee maanden en maakte er met zijn gezin de jaarwisseling mee.
Overzicht van symposiumterrein

Het werken met graniet vergt een persoonlijke assistent omdat het te zwaar is de hele dag met zware slijpmachines in de weer te zijn.
Gelukkig had de assistent beeldhouwer een soortgelijke kijk op het werk waardoor er een goeie samenwerking was. Als het ‘sculpture’ gedraaid of verplaatst moest worden stond er meteen een zware kraan ter beschikking.
Aan het einde van het symposium werd Paul’s vrouw Marij vanuit Nederland ingevlogen en chique met auto met chauffeur en een drankje achterin, opgehaald van het vliegveld.
Hij deed er ongekende ervaringen op maar legde tevens uit dat deze manier van het verkrijgen van een internationaal kunstwerk eigenlijk best wel slim is en vaak goedkoper dan het aanschaffen van een bestaand werk.
Was er dan helemaal niets op aan te merken?, vraag ik hem tijdens een van onze ‘plotseling’-bezoekjes? Oh jawel. Het symposiumterrein was afgeschermd waardoor je niet direct contact kon krijgen met de plaatselijke bevolking. Dat viel Paul wel tegen. Want het contact met mensen uit de omgeving geven de beeldend kunstenaar juist die boost van waardering en enthousiasme.
En in zijn slotwoord maakte de steenbeeldhouwer dat ook duidelijk. “Je kunt nog zo’n mooie foto plaatsen van beelden: elke foto van een beeldhouwwerk dat feitelijk drie-dimensionaal is, betekent afvlakken naar een platte vertoning. En dat is eigenlijk een belediging van het beeld.”