Zelden is het Mekka van de Haagse popmuziek zo afgeladen met VIH’s als met het eerbetoon aan de maker van Haagse Harry, Marnix Rueb.
Hoe moeilijk is het voor mij met het hart op de tong vooraf het stilzwijgen te bewaren aanwezig te zijn bij het afscheid van deze nu al legendarische cartoonist van de Haagse ziel, zo mooi omschreven door Willem Post die vóór mij naast Wim de Bie de trap oploopt naar de Grote Zaal van het Paard: Den Haag heeft een ziel! Dat is hier goed te merken.
Een ziel die door Boozy en Karel Kanits al wordt geroerd op de hoek van Prinsegracht en Jan Hendrikstraat waar ik hen ruim een uur vóór aanvang al tref. Jack Daniëls zou een plekkie krijgen, dat is duidelijk.
gewoon een einde Marnix feestje is het geworden inclusief de Haagse Règâhs
Vriend, columnist en zakenpartner Sjaak Bral komt na een korte geschiedschrijving aan het woord over de karakteristieke trekjes (..) van de tekenaar die in rook opgaat:
“Als ik ergens aan dood ga is het roken, dan hoef ik ook niet te stoppen.”
De hoeveelheid teer in Rueb’s werkkamer is volgens Bral zo groot, dat Shell er proefboringen kan doen naar schaliegas.
Een afscheid van een Haags icoon, Haagse Harry, wordt het natuurlijk niet. Hij heeft ervoor gezorgd dat het Haags op de kaart is gezet, inclusief het Haags Tale Instituut met het Haags Dictee en de (zelfs al herziene) uitgaven van het Groen Geile Boekie. Sjaak Bral, vriend en partner voor de uitgeverij Kap Nâh samen met broer Robert-Jan die dan het woord neemt. In de haag daar woont een graaf en zijn zoon heet Harry.
De drie kinderen hadden ook iets te zeggen dat zij vooral plezier met Marnix hadden
Als broer RJ zijn gesprek inzet “als cowboys onder elkaar”, hamert hij op de concerten die Marnix op dit podium heeft laten schieten omdat hij ongelovig was. Ongelovig dat Prince, Bruce en Mick er in het geheim optraden; “Allemaal muzikanten die jij boven alle muziek adoreerde. Heb je nou je zin? Nu ben je in het middelpunt van de belangstelling en je hoeft niets te zeggen, blijf maar lekker liggen cowboy! Godverdomme!”
oog in oog met zijn wereldidool The Boss en meezingen …in Zuid Afrika
Rock & Roll! Roept hij tot slot waarna keihard de Stones inzetten met Satisfaction. Bart Chabot op weg naar Tilburg voor een onderzoek naar een hersentumor ziet vergelijkingen tussen Louis Couperus en Den Haag en Haagse Harry. Er moet een standbeeld komen van Haagse Harry.
‘Puur Gelul’ Boozy in zijn onvervalst puâh Haags en Karel Kanits met Jack Daniels in de aanslag
In zijn onverwoestbare Haagse dialect spreekt Karel Kanits dat Marnix niet naar de dokter had moeten gaan. We zijn allemaal wel eens ziek. OK een beetje kortademig komt erbij. Maar dan moet je mij zien als ik mijn schoenen ’s ochtends aantrek. De grap van de Jood die in een concentratiekamp vanuit de uitkijktoren wordt neergeschoten en de kampwachten ‘Schwalbe!’ roepen is een grap die toch echt van Marnix is.
Huisvriend en columnist Marcel Verreck vertelt over het kind dat in de roker is blijven leven. De wereld is wit en Marnix gaat naar buiten: “Wat ik ga doen? Sleetje rijden natuurlijk!” Marnix is dan 56!
Joris Wijsmuller doet normaal geen toespraken van een papiertje, maar herhaalt nu namens burgemeester wat de vader van Haagse Harry voor de stad heeft betekent. Persoonlijk zal Wijsmuller zijn blauwe kijkers vooral missen. De Reigâhs sluiten het einde Marnix feestje af met een romantische flamenco Fragile, Dat is de Haag! En uiteraard Oh, oh De Haag …
De indrukwekkende maar vrolijke happening in het Paard.