Kan iemand mij vertellen waarom een te bouwen hotel voorrang heeft op sportief plezier? Als een soort gunst van de gemeente Den Haag, lees ik in een persbericht dat het Surfdorp F.A.S.T. nog niet per 1 april 2015 hoeft te vertrekken omdat de bouw van onder meer een hotel is uitgesteld.
Er is dus een investeerder of projectontwikkelaar die zijn zinnen gezet heeft op dit stukje onontgonnen duin. Die is naar de gemeente gestapt en heeft daar blijkbaar een dikke buidel met geld op de toonbank gezet met de woorden: “Ik wil dit stuk duin hebben om daarmee geld te verdienen”. De Dagobert Duckjes van de gemeente kregen spontaan dollartekens in hun ogen, bogen en knipten als ware lakeien naar de investeerder en antwoordden: “Maar natuurlijk meneer of mevrouw de investeerder, wanneer u maar wilt!”
Of op het betreffende oorspronkelijke duinachtig grondgebied nu surfers, zonaanbidders, zeilmakers, surfboardbouwers, kunstenaars of theatermakers hun dagelijkse bezigheden en verdiensten hebben, doet blijkbaar niet ter zake. Oprotten nu, oh nee, na de zomer dan maar.
Net als in de tijd van Mesdag anno 1881 is er dus niets veranderd. Hendrik Willem Mesdag schreef in die tijd een brief aan de gemeente met de volgende inhoud:
Ik zoude het (..) die prijs stellen op het behoud van natuurschoon, ten hoogste betreuren dat deze zeldzaam schoone plek (..) zoude worden opgeofferd aan eenig geldelijk belang.
De gemeente had in 1880 besloten het Seinpostduin af te breken om de badplaats verder te ontwikkelen.
Wij weten allemaal wat er sinds die tijd tussen genoemd duin en de Surfdorplocatie is veranderd…