“Mag ik u iets vragen?”
Een vriendelijk uitziend oud klein mannetje staat voor mij op de stoep.
“Ach nu ik hier toch sta“, probeer ik nog te grappen … maar hij doet de handen achter de oren … dus grappen in de rumoerige geluidsmassa van de Laan van Meerdervoort, kan ik wel vergeten.
Het mannetje met sportief blauw fleece jack aan kijkt mij verwachtingsvol aan …
“Woont u hier al lang?”
“Zo’n veertig jaar, denk ik. Waarom vraagt u dat?”
Dan volgt het relaas dat hij op zoek is naar de familie Koot en met name dochter Koot. Die zouden hier gewoond hebben … maar ik ken van de vorige bewoners alleen de naam Romadka. Weet hij zeker dat dit het goeie nummer en de laan is?
Ik ken wel de fotograaf met de naam Koot die op deze laan een stuk terug woont , probeer ik nog … En weer doet hij beide handen achter zijn oren om hetgeen ik zeg, goed te verstaan. Maar echt helpen doet het hem niet. Als ik de voornaam Max noem, denkt hij dat ik het over een taxi heb. Maar hij loopt dat stukje wel …
“Ik heb mezelf per ongeluk buitengesloten. Mijn broer in Rotterdam heeft ook een sleutel.
Heeft u misschien zeven euro voor het openbaar vervoer?’
LikeGeliked door 1 persoon