Vaak heb ik kritiek op openbare toiletten in de Nederlandse steden en natuurlijk vooral in Den Haag. Omdat ze er gewoon niet zijn! Op vakantie in het buitenland zijn deze overal te vinden. Zelfs in de parken kom je het universele logo van een mannetje, vrouwtje en rolstoel tegen. Maar ben je er daarmee al?
Nee! Op vakantie is het wel erg openbaar, dat plassen. Soms hangen de pisbakken nog geen halve meter uit elkaar zonder schotten ertussen. Als je dan met kleinzoon Lucas aan het plassen bent, weet je weer hoe makkelijk het vroeger ging. Hij is al klaar en staat geïnteresseerd te kijken naar opa zijn leuter waar nog niks uitkomt. “Ga maar alvast”, is dan de oplossing. Maar dat is nog niet alles.
Als je door de hoeveelheid bezoekers je toiletgang achter een deur kiest, is het maar de vraag of je beter uit bent. Ga je zitten, nadat je de bril met toiletpapier al dan niet met aanwezige ontsmetvloeistof hebt gereinigd dan krijg je onder de zijwanden door, zicht op het schoeisel van de buurman. Is dat prettig dan? Daarom kies ik vaak voor het ruimere invalidetoilet met de handvatten en de wasbak met vloeibare zeepdispenser. Alles is dan verhoudingsgewijs ruimer en op afstand.
Zittend plassen is vaak een must omdat je staand constant de infrarood detectie van het doorspoelen activeert. De kracht waarmee het spoelwater de potten in wordt gejaagd herinnert je eraan in het land van de waterparken te zijn.
Het is fijn weer thuis te zijn. De stilte en de rust te ervaren van die ‘drukke Laan van Meerdervoort’.
http://www.bof-denhaag.nl/nieuwsarchief/2005/2005_09_bb22
LikeGeliked door 1 persoon